Overeenkomst tussen landsheren gericht Ootmarsum over nieuwe havezate Noorddeurningen
1612 14 oktober
Overeenkomst tussen landsheren gericht Ootmarsum over nieuwe havezate Noorddeurningen
1612 14 oktober
[...] Net als dat bij zoveel andere families gebeurde, viel ook de familie Bentinck door de geloofsstrijd uiteen. Nadat de Spaanse Koning Philips II was afgezworen werd het grootste deel van de familie protestant. In Overijssel waren dat de takken Werkeren, Nijenhuis en Diepenheim uit welke laatste de tak Schoonheten ontstond. Een kleiner deel bleef katholiek waaronder de tak Leeuwenberg van Hendrik Bentinck. Daaruit kwamen de Limburgse, Gelderse en de Breckelenkampse tak voort. Uit de Limburgse tak Wolfrath ontstond later Limbricht, de Gelderse tak Bentinck van Kemnade stierf aan het eind van de zeventiende eeuw uit. De tak Breckelenkamp bracht Langewische in het bisdom Münster en Wolda in de graafschap Bentheim voort. Dit katholieke deel van de familie Bentinck bleef het oude geloof onvoorwaardelijk trouw. De families voelden een lotsverbondenheid en hun relaties bleven innig.
De eerste Bentinck tot Breckelenkamp werd dus Everhard, de oudste zoon van Hendrik en Sophia, nadat Arent Moerbecke zich op Stevening had gevestigd. De regeling die de familie over de verdeling van de nalatenschap had getroffen leek niet ongunstig voor Everhard te zijn, maar de gebeurtenissen die korte tijd daarna plaatsvonden, moeten een onaangename verrassing voor hem zijn geweest. In 1610 bleek Berend III op de statenvergadering aanwezig te zijn in de hoedanigheid van bezitter en bewoner van de havezate Noorddeurningen en op 14 oktober 1612 sloot hij met andere riddermatigen in het richterambt Ootmarsum een overeenkomst over de vrijing van zijn erf Lubbertinck. Dat betekende in feite dat de havezaterechten van het Huis te Breckelenkamp verlegd werden naar Noorddeurningen. [...]
Extract uijt den Goetheeren des
Gerichtens Ootmarsen resolutie bouck
Ao 1612. den 14 octobris
Dem na die weill Berent Moerbeeken zo dorningen ein nije havesate mit consent der Landtschap gemaket hat und der whegen 25 mudde Landes van die Erven Lubberdinck und Heijveldinck freijet dardurch dan die van Dorningen int gelden deze contribution zo kort kommen, wie dan oock die van Hezingen wegen Grubben seinen freijing des kosten oock zo kort kommen, ist bij die anwesende Goetheeren zo weitere ordonnantie verabscheidet und entschlossen, dat den van Dorningen vant hondert na desen dage sall abgenohmen werden 15 stuk und den van Fleringen 5. stuk. vant hundert, thosamen 1 gulden, waarvan dant dorp Denekamp na desen dagen vant hundert 12 stuk boven den gulden, so Sie bisher gegeven, und die van Tubbergen 8. stuk vant hundert oock boven den gulden vant hundert, beth tho wider ordonnantie geven sollen, uijt (--- -----), sie sich daghlich (---) Heusen, Volck und beeste vermehren und starck werden, und dat dit van die (-----) (-----) alsoo ingewilliget des tho vergundt hebben sie het eigene handen hierunder gesett
(---) ut Supra
Gisbert Auf dem Berge Herman van Twijckeloe
R.d.o. Commenthur des tho borgboenyngen
hauses Oetmersen
Herman Grubben tho
Schweder Schele tho Fleringen
Welvelde
Gerrit Voet toe
Bye Moerbecke Boelenscamp
Petrus Klics fater Derrick van Vloedrop
pro tempore
Johan Krull
Wilhelm Steinhoff
wegen der Hw. Fr: Ebelinck Velinck
Abtisses des Stiftes
Witmerschen Ihr selbst Hendrick Alberings van
und Ihren Schwestern Erbschafft wegen (----) Huiskens