Print deze pagina

Brief van Wayer aan Adriaan van Camont

Beoordeel dit item
(2 stemmen)

Omschrijving

Brief van Wayer aan Adriaan van Camont
Zwolle, 31 juli 1652

  • Title Brief van Wayer aan Adriaan van Camont
  • Source HCO - Historisch Centrum Overijssel, Wayerania nr. 18
  • Date 31-07-1652
  • Datum [jaar] 1652
  • Contributor Matthijs Wanrooij
  • Format Image, Text
  • Language2 nederlands
  • Item type Document
  • Identifier AHB/22
  • Gepubliceerd in Uit de correspondentie van Arnold Waeijer 1649-1660

Context

[...] Het jaartal 1653, dat is weergegeven door vier muurankers in de oostkant van de verlenging van de hoofdgevel, geeft het jaar van het gereedkomen van de verbouwing aan. Floris Alexander en Johanna Geertruid, de jongste broer en de zuster van Gerard Adolph, schonken hem bij die gelegenheid bierglazen.

Door een tragisch voorval dat in het najaar daarvoor had plaatsgevonden kreeg Gerard Adolph de wind nog verder in de zeilen. Europa en andere delen van de wereld werden in die tijd getroffen door epidemieën. Uit het oosten kwam de cholera en regelmatig brak de pest weer uit. Op 31 juli 1652 schreef Waeijer aan Adriaan van Camont ‘dat het mij hartelijck leet geweest is horende de brandende sieckte van U.E. lieve kinderen ende haer huijsgenoten, hebben haer Ed. in mijn gebeden altijdt gedaghtigh geweest en sal het selve voortanen niet naelaeten, om dat se haer gesontheijt wederom ter saligheijt mogen vercrijgen.’63 In dezelfde brief noemde hij diverse andere zieken, stervenden en overledenen in Zwolle en omgeving bij naam en sprak van de ‘nieuwe sieckte’ die ook in Blokzijl en Vollenhove ‘huijs bij huijs is’. Maar later dat jaar moest hij aan Adriaen van Camont schrijven: ‘Mij heeft seer bedroeft het overlijden van U.E. eenighsten Sone te meer om dat hij (kon) geweest sijn het principaelste steunsel van U.E. geslaghte ende nacomelingen, also dat (hij) wel moghte genoemt worden: Het light onser ooghen, den staf onser outheijt, t solaes ons levens, de hope van onsen nacomelingen.’64 Willem François was aan de gevreesde nieuwe ziekte overleden. Na deze droevige gebeurtenis veranderde de houding van Adriaan van Camont, hij kreeg een betere relatie met Gerard Adolph.[...]

Transcript


  Mij Heer

Drie missives heb ick van U.E. ontfangen den eersten van den 19 Julii, den tweeden van den 22. / ende den derden van den 28. Aengaende de mijne aen U.E. gesonden, / den Winthont wierd daeghs na U.E. vertreck hier aen / t huijs van Jr. Mulart gebraght / ende van Aeltien ontfangen / dieswegen ick mijn eersten / daer in eenen van mijn  Vrouw Bentinck ingeleijt
terstond afgeveerdight hebbe / om ordre wegen des Winthont te ontfangen.
  Een tweede is ontrent 14 dagen geleden gesonden / daer verscheyden brieven in waren. desen so ick uijt U.E. laetste mercke is overgecomen / aen de eersten twijfele ick / 't welcke mij leet soude syn / overmidts / sy eenige nieuwigheden inhoudende was.
  Niet wel dan wetende oft sy behandight syn / dient tot den selver antwoort: als dat het mij hartelijck leet geweest is horende de brandende sieckte van U.E. lieve kinderen / ende haer huijsgenoten / hebben haer Ed. in mijn gebeden altijdt gedaghtigh geweest / en sal het selve voortanen niet naelaeten / om dat se haer gesontheijt wederom ter saligheijt mogen vercrijgen.
  Joffer Knoppers is te Vollenho / so dat het douck niet te becomen en is / en sulx synde / en soude met Peter Sijmsen niet konnen gesonden worden / om dat hij met den eersten derwaerts
niet wederom en vaert. Met hem is 't hout werck gesonden / ende Jan heeft
hem hier de vraght betaalt / gelijck hij begeert heeft
  U.E. schrijft van d'voorsz hout werck in 't huijs te Vromesteyn te bestellen / maer daer was Peter Sijmsen al vertrocken.  Belangende 't wagen gelt / heb 't naer Brekelcam geschreven /
daer ick nogh geen antwoort op ontfangen hebbe.
  Den eenen ingeleijden is Joffer van Dotecum behandigt / midts P. Frans niet te huijs en was. Hebben dies gelesen ende toe gesloten / en daer uijt de lightveerdigheijt van den schrijver verstaen / sal met alle vlijt naer een anderen hooren.
  Van den anderen ingeleijden nopends den kneght Henderick sal Jan / brenger deses U.E. mondelijck verhalen / mede om dat hij doch een halve boodschap daer hadde / so dat Peter / in wiens huijs de sieckte oock is / daer van niet gesproken en is.
  Jacob op de Lanckhorst is huijden bij mij geweest / claeght seer / niet over syn stief-moeder / die hij prijst / maer over haer kinderen / die hem voor geen Meyer en willen kennen / ende
hem groote moeijte aendoen / sonder na 't gereghte / ofte Jr van Dotecum te vragen / so dat hij begeert / dat U.E. metden eersten een brief aen hem seijnt / ende hem daer in Meijer verclaert / eer dat het cooren gemaeijt wort / want hij met de voorsz kinderen niet te reghte en can comen.
Belangende dien opschrift aen mij / salse best mijns oordeels aen Carel gesonden worden / om te bestellen ten huijse van mijn Heer van Vueren / met dit teijckentien (monogram A..W.). Want also ick dickwijls absent ben / om dat sonderlinge te Vollenho ende Blocksyl / oock de nieuwe sieckte huijs bij huijs is / so kan Aaltien de brieven / in mijn afwesen opbreken.
  Joncker van Ruijtenberg in de broeckhuisen / met syn twee doghters / in de Seven Sterre de man en de vrouwe / Jr. Knoppert bij de Vis poorte / liggen mede aen de sieckte / maer syn sonder perijckel. Ittersum, den serviteur van Joffer ter Beeck sal / t besterven / De Drostinne van Werckenen (?) / anders Apeldoren is doot alsoock Annetien Tinnegieters / Meulman / den Coetsier van Vilsteren / daer leijt noch sieck een kneght ende Meijt.
  Hier mede gebiede ick mij aen U.E. / mijn Vrouwe Jr van Camonts / ende alle goede vrienden / om altijdt te blijven
                Mijn Heer
                      U.E.
                          Ootmoedige en getrouwen
                    Dienaer A.Wajer

Gerelateerde items (op tag)